Een zwarte dag

Op 8 augustus 1956 deed zich in Marcinelle de grootste mijnramp uit onze vaderlandse geschiedenis voor. Er vielen 262 doden, onder wie 136 Italianen.

Nadat een wagentje met kolen klem was geraakt in de lift, ontstaat een zware brand in de mijnschachten van Le Bois du Cazier. Slechts zes kompels kwamen levend uit de mijn. In totaal lieten 262 mijnwerkers het leven.

Onder de slachtoffers waren er 136 Italianen, 95 Belgen van wie 30 Nederlandstaligen, 8 Polen, 6 Grieken, 5 Duitsers, 5 Fransen maar ook Hongaren, een Engelsman, een Rus, een Oekraïner en een Nederlander.

De kompel die het fatale wagentje heeft geladen, krijgt kort na de ramp de nodige papieren om naar Canada te emigreren. De "directeur des travaux" wordt in 1961 in beroep veroordeeld tot zes maanden met uitstel en een boete omdat hij een slecht communicatiesysteem had getolereerd.

Het mijnbestuur en de overheid bleven buiten schot.

Lees : http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=DMF20090729_037&kanaalId=791.

Ik was toen 15 jaar oud. Ik herinner mij de ongelooflijke schokgolf die deze onvoorstelbare ramp door het land stuurde - in die tijd, zo kort na de oorlog, bestond het land ook nog in de geesten van de mensen. Iedereen hing aan zijn radio geplakt. De piepjonge TV zond toen nog maar een paar uren per dag uit en bijna niemand had een toestel.

Ik herinner mij ook de tweede grote ramp : de brand in de Innovation in Brussel op 22 mei 1967. Die heb ik met mijn eigen ogen gezien. Indien ik mij goed herinner is het nooit goed geweten hoeveel mensen in die ramp gebleven zijn.

Zulke herinneringen vergeet je nooit.

1 comment:

Pablo Carpintero said...

"Het mijnbestuur en de overheid bleven buiten schot".

Er is sindsdien onnoemelijk veel veranderd : de wereld is bijna onherkenbaar geworden, maar sommige zaken veranderen niet !