Op 7 juni in de voormiddag worden de Brussels patriciërs ridder Jan van Coudenberg, Hendrik Clutinc, Hendrik en Edward de Hertoge, Walter Pipenpoy, Willem van Asse, Dirk de Loose, Willem van Mons en Jan Schockaert onthoofd op de Grote Markt te Brussel. Van een tiende slachtoffer vergat de kroniekschrijver de naam te vermelden. Na de middag ondergaan Jan en Willem Clutinc, Jan T'Seraerts en Jan de Leeuw hetzelfde lot.
Deze patriciërs, aanhangers van hertog Jan IV, waren vanuit Leuven, waar ze gevangen zaten, overgeleverd aan de Brusselse ambachten, medestanders van de ruwaard (landvoogd, regent) Filips van Saint-Pol, broer van Jan IV. Daarmee was hun doodvonnis betekend.
Hertog Jan IV en zijn broer Filips verzoenden zich met elkaar op 11 october 1421. Het overwicht van de Brusselse geslachten in het bestuur van de stad verdween kort nadien.
Voor een uitvoeriger verslag over de gebeurtenissen in die roerige Brusselse periode, zie het uitstekende werk van Roel Jacobs : "Een geschiedenis van Brussel".
***
De vermelde Walter Pipenpoy was geen van mijn voorouders. Hij was een van de waarschijnlijk 12 kinderen van ridder Gijsbrecht Pipenpoy, heer van Hobosch te Merchtem en ook schepen van Brussel, die te Brussel stierf rond 1394. Ca 1365 huwde deze Gijsbrecht met Maria Swaef, die te Brussel stierf rond 1418.
Ik stam wel af van een broer van Walter, te weten Joannes Pipenpoy, geboren ca 1385, die schepen van Brussel was in 1462 en daar stierf ca 1467. Zijn vrouw was Margriete van de Voorde (ca 1385 - ca 1444).
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment