Toeval ?


Ik heb jarenlang gewerkt op de Terhulpsesteenweg in Bosvoorde. Tijdens de middagpauze gingen wij dikwijls wandelen in het Ter Kamerenbos (of is het daar al het Zoniënwoud?) dat uitlopers had vlak achter ons kantoorgebouw.
Toen werd het park van het kasteel Solvay opengesteld voor het publiek. Daar ontdekte ik een rozentuin, aangelegd in cirkelvorm met een paar diepe grachten en brugjes. Ik heb weleens gedacht dat die vorm een betekenis moet gehad hebben in de vrijmetselarij.

Toevallig zag ik dat de brugjes oude grafstenen waren, en enig opzoekingswerk bracht aan het licht dat ze afkomstig waren van de proosdij van Renissart (Arquennes), die in het Ancien Régime bevolkt werd door Norbertijnen van de abdij te Ninove. Die proosdij kwam in handen van de Solvay's die de kapel en het kerkhof opruimden en de stenen herbruikten in hun rozentuin te Bosvoorde.

Ik vertelde dit aan een collega die toen bijna al zijn vrije tijd over de middag besteedde aan het ontcijferen van de verweerde stenen. Dat was geen gemakkelijk karwei - de stenen natmaken bij een rasant zonnetje gaf dikwijls de beste resultaten.

Een zestal stenen werd ontcijferd, waaronder drie van de familie Colins uit de jaren 1660.

Het toeval wil dat ik mijn notas uit 1985-1986 gisteren terugvond in een boek over de geschiedenis van Ninove. Sedert een paar jaar weet ik dat de naam Colins opduikt in mijn stamboom (see article July 11 1839) : de familie was zeer wijd vertakt en de gemeenschappelijke voorvader van deze personen en van mij zelf ligt nog een paar generaties verder in het verleden.

Gabriel Colins was een Norbertijner kanunnik van de abdij te Ninove - hij was pastoor te Oetingen en nadien 24 jaar proost van Renissart. Hij stierf, 78 jaar oud, op 24 september 1669.
Nog volgens zijn grafsteen was hij 53 jaar priester en 69 jaar geprofest (dit lijkt wel onwaarschijnlijk).

Zijn broer Antoine was welbekend in zijn tijd. Zijn grafsteen lag oorspronkelijk in de Corneliuskapel van de proosdij van Renissart. We lazen onder meer : "Icy gist noble seigneurissime Antoine Colins chevalier conseiller et maistre aux requestes de se ma(jesté) et son conseil privé" die medewerkte aan het vredesverdrag van 1659 en aan de bepaling van de grens "entre les deux couronnes". Hij stierf op 10 october 1666. Zijn steen werd nog uitvoerig beschreven in de literatuur en is nu terechtgekomen in een rozentuin - weldra is die volledig afgesleten en onleesbaar. Sic transit ...

"Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne" bevestigt : Antoine werd geboren te Bergen op 20 Januari 1598, was ridder en heer van Waver. Hij werd doctor in de rechten te Leuven in 1630, raadsheer aan de "cour souveraine du Hainaut" te Bergen in 1639 ; raadgever bij de grote raad te Mechelen in 1650 ; voorzitter van de "conseil d'Artois" in 1653 ; commissaris van zijne majesteit voor de toepassing van het verdrag der Pyreneeën en voor de bepaling van de grens tussen Spanje en Frankrijk in 1660 en 1661 en privé raadsheer voor de koning in de Nederlanden in 1663.

De derde steen is van Prudence Antonette Colins, echtgenote van don Joseph de la Torre, "lieutenant des gardes de sa ma(jesté)" overleden op 19 september 1664. Haar kan ik niet plaatsen in het overzicht van de Colins dat ik opstelde op basis van voormeld werk.

1 comment:

Ann Timmermans said...

van recyclage gesproken!