De premonstratenzerabdij van Ninove (1137 - 1796) heeft, mede door haar uitgestrekt grondbezit, een enorme invloed uitgeoefend op de streek rond Ninove en dus ook op generatie na generatie van mijn voorouders, die meer dan eens pachters waren van de abdijgoederen.
Op geestelijk gebied was de invloed minstens even groot : de abdij bediende de parochies van Ninove, Liedekerke, Borchtlombeek, Strijtem, Pamel, Voorde, Outer, Herlinkhove, Oetingen, Woubrechtegem, Sint Antelinks en Dikkele, evenals de proosdijen van Renissart en Bouchoute (Dikkelvenne). De Ninoofse kanunniken bedienden eveneens de burchtkapellen van Ninove, Ledeberg en Liedekerke. In 1602 werd Okegem aan de lijst toegevoegd, en in 1735 ook nog Denderwindeke.
De abdij werd door de Fransen opgeheven in 1796 en de voornaamste, prachtige classicistische, gebouwen werden afgebroken in 1822 - 1823. De toenmalige gebouwen dateerden uit de 17e en 18e eeuw, want de abdij had zeer zwaar geleden onder branden en onder de gevolgen van de reformatie. De nieuwe abdijkerk werd parochiekerk en de oude parochiekerk, die vlak naast de abdijkerk stond, werd afgebroken (de relaties tussen abdij en stad waren meer dan eens zwaar verstoord).
Toen de spoorlijn rond het midden van de 19e eeuw werd aangelegd gebeurde dit dwars door de vroegere abdij. Dat gebeurde ook te Villers l'Abbaye, en ik de volksmond heet het dat de vrijmetselaars in de regering die tracés oplegden om iedere mogelijke herleving van de abdij(en) tegen te gaan. Te Ninove is er in het begin van de 19e eeuw inderdaad een poging geweest die echter mislukte.
Ninove en zijn abdij hebben dus een zeer grote invloed gehad op een groot deel van mijn voorouders, die merendeels in de omgeving van de stad gevestigd waren. Het is dan ook opmerkelijk dat ik tot nu toe nog geen enkele voorouder gevonden heb die in Ninove geboren werd of geleefd heeft.
Op geestelijk gebied was de invloed minstens even groot : de abdij bediende de parochies van Ninove, Liedekerke, Borchtlombeek, Strijtem, Pamel, Voorde, Outer, Herlinkhove, Oetingen, Woubrechtegem, Sint Antelinks en Dikkele, evenals de proosdijen van Renissart en Bouchoute (Dikkelvenne). De Ninoofse kanunniken bedienden eveneens de burchtkapellen van Ninove, Ledeberg en Liedekerke. In 1602 werd Okegem aan de lijst toegevoegd, en in 1735 ook nog Denderwindeke.
De abdij werd door de Fransen opgeheven in 1796 en de voornaamste, prachtige classicistische, gebouwen werden afgebroken in 1822 - 1823. De toenmalige gebouwen dateerden uit de 17e en 18e eeuw, want de abdij had zeer zwaar geleden onder branden en onder de gevolgen van de reformatie. De nieuwe abdijkerk werd parochiekerk en de oude parochiekerk, die vlak naast de abdijkerk stond, werd afgebroken (de relaties tussen abdij en stad waren meer dan eens zwaar verstoord).
Toen de spoorlijn rond het midden van de 19e eeuw werd aangelegd gebeurde dit dwars door de vroegere abdij. Dat gebeurde ook te Villers l'Abbaye, en ik de volksmond heet het dat de vrijmetselaars in de regering die tracés oplegden om iedere mogelijke herleving van de abdij(en) tegen te gaan. Te Ninove is er in het begin van de 19e eeuw inderdaad een poging geweest die echter mislukte.
Ninove en zijn abdij hebben dus een zeer grote invloed gehad op een groot deel van mijn voorouders, die merendeels in de omgeving van de stad gevestigd waren. Het is dan ook opmerkelijk dat ik tot nu toe nog geen enkele voorouder gevonden heb die in Ninove geboren werd of geleefd heeft.
*
Informatie uit : "De premonstratenzerabdij van Ninove (1137 - 1796) - Catalogus" 1985.
No comments:
Post a Comment