Chikkee

Ik sta bekend als een liefhebber van lekker eten en van een goede fles wijn ("korte" drank is aan mij over het algemeen niet besteed). Ik kon intens genieten van een lekker maaltijd, bereid door een goede kok, en genuttigd in goed gezelschap.

Sedert een paar jaren wordt het echter duidelijk dat sommige restaurateurs hun prijzen zeer fors de hoogte ingejaagd hebben. De correcte verhouding tussen prijs en kwaliteit is over het algemeen ver te zoeken. Bovendien nemen sommige veredelde frituren ook de allures aan van eettempels. Eenvoudig en lekker eten aan een redelijke prijs wordt een echte uitdaging, ook in een land zoals het onze waar er bijna even veel restauranten als straten zijn.

Mijn enthousiasme voor culinaire hoogstandjes is dus sterk verminderd. Het wordt nu totaal de grond ingeboord door de onophoudelijke, stupiede, inhoudsloze en voortdurend herhaalde kookprogrammas in reality tv, waar bekende en minder bekende koks hun ding mogen doen, meestal bijgestaan door een of ander wicht dat ademloos toekijkt op de toverkunst van de meester. Programmas waarin de meeste van die koks zichzelf voor afgoden gaan houden. Het verschrikkelijkste voorbeeld is gelukkig niet Belgisch, maar de infame en onbeschofte Gordon Ramsey die zichzelf echt voor God de vader houdt. Diep moge hij vallen.

Uit eten gaan is een mode maar ook een ritueel geworden. Thuis slikken we de grootste vuiligheid zo snel mogelijk binnen. In vele resto's ook, maar daar moeten we er wel flink voor betalen en ons gedragen alsof we aan de poorten des hemels staan.

En in de zogenoemde eettempels zie je me al helemaal niet meer. Ik houd niet meer van die opgefokte sfeer, van de borden met weinig substantie en smaak, van schandalig overprijsde flessen "plonk", van de irritante houding van koks en zaalpersoneel, van de ridicuul overtrokken prijzen, en van de algemene sfeer. De klanten komen binnen op de toppen van hun tenen en gedragen zich er veel eerbiediger dan in de kerk (voor zover ze daar nog komen) of in het theater, want ze zijn in de nabijheid van een der groten der aarde, en gezelschap van edelgestemde gelijkgezinden.

Nog iets : vroeger kon je gerust ergens binnenstappen waar veel volk zat. Dat was meestal een teken van prijswaardigheid en kwaliteit. Nu moet je drommels opletten : meestal zijn dat kookholen die onlangs op tv geweest zijn.

Er zijn gelukkig nog uitzonderingen op de hiervoor beschreven trends, maar je moet hard zoeken om ze te vinden ... En zoek die vooral niet in de restaurantgidsen, die nogal eens naar halfdoorbakken corruptie durven ruiken.

Zo mensen, voor mij niet gelaten : geeft gerust een fortuin uit aan middelmatig of opgefokt voer en aan waardeloze "plonk". Mij niet meer gezien. Zoals men in Gent pleegt te zeggen : chikkee es maane zenre nie.

4 comments:

Pablo Carpintero said...

Voor hen die het nog niet zouden begrepen hebben. Er zijn oneindig veel meer retaurants en eetholen dan goede chefs, en de beste koks werken niet noodzakelijk in de duurste restaurants.

Anonymous said...

Er zijn nu bijna evenveel resto's als er vroeger cafés waren !

Zimbob said...

True, so true, Pablo. En als er iemand met kennis van zaken spreken kan: zijt gij het wel.

Pablo Carpintero said...

Schuim in de borden en schuim in de hoofden ...